Hoofdstuk 3 - En de wetenschap dan?
Mensen proberen van een persoonlijke overgave aan Christus af te komen door te veronderstellen dat, als je iets niet wetenschappelijk kunt bewijzen, het niet waar is of onaanvaardbaar is. Daar de godheid van Jezus of de opstanding niet wetenschappelijk te bewijzen is, zouden de mensen uit de twintigste eeuw toch beter moeten weten en Christus niet zo maar als Verlosser aanvaarden of geloven in de opstanding. Bij een college wijsbegeerte of geschiedenis krijg ik vaak te maken met de strijdlustige vraag: “Kunt u het wetenschappelijk bewijzen?” Meestal zeg ik: Nee, ik ben geen we- tenschapsman”. Dan kun je de studenten horen gniffelen en meestal hoor je verscheidene stemmen zeggen: “Daar moet je bij mij niet mee aankomen” of “Zie je wel je moet het in het geloof aanvaarden” (en dan bedoelen ze: in blind geloof).
Laatst op een vlucht naar Boston sprak ik met de passagier naast me over de vraag waarom ik persoonlijk geloof dat Christus is wie Hij voorgaf te zijn. Op zijn ronde om de passagiers te begroeten, ving de piloot een gedeelte van ons gesprek op. “U blijft met een probleem zitten”, zei hij. “Wat dan?” vroeg ik. “U kunt het niet wetenschappelijk bewijzen” antwoordde hij. Je staat er verstomd van hoe de manier van denken van de moderne mensheid is afgezakt. Op één of andere manier, nu in de twintigste eeuw, zijn er zoveel die menen dat iets wat je niet wetenschappelijk kunt bewijzen niet waar kan zijn. Nu, dat is niet waar! Het is altijd moeilijk om iets te bewijzen omtrent personen of gebeurtenissen uit de geschiedenis. We moeten het verschil inzien tussen natuurwetenschappelijk bewijs en wat ik juridisch-historisch bewijs zou willen noemen. Ik zal het verschil
tussen die twee uitleggen. Bij natuur-wetenschappelijk bewijs gaat het erom dat men aantoont dat iets een feit is door het voorval te herhalen in tegenwoordigheid van degene die het feit in twijfel trekt. In het vervolg noemen we dit, aansluitend bij het Nederlands spraakgebruik, de wetenschap- pelijke methode. Deze wordt gebruikt in de natuurwetenschappen en in een aantal van de sociale wetenschappen, zoals psychologie en sociologie. Er is een bepaalde omgeving die onder controle staat, waar waarnemingen kunnen worden gedaan en gegevens verkregen en waar aan de hand van ervaring de juistheid van veronderstellingen kan worden nagegaan.
“De wetenschappelijke methode, welke definitie er ook van wordt gegeven, hangt samen met het onderzoek van verschijnselen en proefnemingen of herhaalde waarnemingen”.1 Dr. James B. Conant, voormalig rector van Harvard, schrijft: “Wetenschap is een onderling samenhangende reeks begrippen en begripstelsels die zich ontwikkeld hebben als gevolg van proefneming en waarne- ming, en die vruchtbaar genoeg bleken om verdere proefneming en waarneming te wettigen”.2
Het toetsen van de juistheid van een veronderstelling door middel van gecontroleerde proeven is één van de voornaamste werkwijzen van de moderne wetenschappelijke aanpak. Iemand zegt bij voorbeeld: “Ivoorzeep drijft niet”. Dan neem ik die persoon mee naar de keuken, doe 20 cm water in de gootsteen bij een temperatuur van 82,7° en laat de zeep erin vallen. Plons. Waarnemingen worden gedaan, gegevens worden verkregen en aan de hand van de ervaring wordt de juistheid van een veronderstelling nagegaan: Ivoorzeep drijft.
Wanneer nu de wetenschappelijke methode de enige methode was om iets te bewijzen, zou u niet kunnen bewijzen dat u vanmorgen naar uw eerste college ging of dat u vandaag heeft gegeten. U heeft geen mogelijkheid om deze voorvallen onder gecontroleerde omstandigheden te herhalen.
Nu volgt wat men noemt het juridisch-historische bewijs, waarbij het gaat om aan te tonen dat iets buiten redelijke twijfel echt gebeurd is. Met andere woorden, hoe je iets beoordeelt wordt verkregen op basis van het gewicht van het bewijsmateriaal. Oftewel, er is geen redelijke grond om de conclu- sie in twijfel te trekken. het hangt af van de drie soorten getuigenis: mondelinge getuigenis, schrif- telijke getuigenis en bewijsstukken (zoals een revolver, kogel, notitieboekje). Door met gebruik van de juridische methode vast te stellen wat er is gebeurd, zou u vrijwel zonder redelijke twijfel kun- nen bewijzen dat u vanmorgen op college was: uw vrienden hebben u gezien, u heeft uw aantekeningen, de professor herinnert zich u.
De wetenschappelijke methode kan alleen worden gebruikt om herhaalbare dingen te bewijzen; veel vragen omtrent een persoon of voorval in de geschiedenis kunnen niet aan de hand van deze metho- de bewezen of weerlegd worden. De wetenschappelijke methode is niet geschikt voor het beant- woorden van zulke vragen als: “Heeft George Washington geleefd?” “Was Martin Luther King een strijder voor de burgerrechten?” “Wie was Jezus van Nazareth?” “Was Robert Kennedy Minister van Justitie in de Verenigde Staten?” “Is Jezus Christus opgestaan uit de dood?” Deze vragen lig- gen buiten het bereik van wetenschappelijk bewijs en we moeten ze binnen het bereik van het juri- disch bewijs brengen. Met andere woorden, de wetenschappelijke methode, die gebaseerd is op waarneming, het verzamelen van gegevens, veronderstellingen maken, gevolgtrekkingen en proef- ondervindelijk onderzoek om beproefde wetmatigheden in de natuur te vinden en te verklaren, heeft niet het laatste woord bij zulke vragen als “Kunt u de opstanding bewijzen?” of “Kunt u bewijzen dat Jezus de Zoon van God is?” Wanneer mannen en vrouwen zich verlaten op de juridisch- historische methode, moeten ze de betrouwbaarheid van de getuigenissen controleren.
Iets wat me altijd bijzonder heeft aangesproken is het feit dat het Christelijk geloof geen blind, on- wetend geloof is maar veeleer een geloof waarbij het verstand niet wordt uitgeschakeld. Steeds wanneer in de Bijbel een beroep op iemand wordt gedaan om iets met zijn geloof te gaan doen, is het een geloof waarbij het verstand niet uitgeschakeld wordt. Jezus zei in Johannes 8: “Gij zult de waarheid verstaan”, dus dat wij niet stilzwijgend aan haar voorbij moeten gaan. Men vroeg aan Christus: “Wat is het grootste gebod?” Hij zei: “Om de Heer uw God lief te hebben met geheel uw hart en geheel uw verstand”. De moeilijkheid bij de meeste mensen is dat ze niet verder schijnen te gaan dan hun hart. De feiten omtrent Christus bereiken nooit hun verstand. Ons is verstand gegeven, vernieuwd door de Heilige Geest, om God te leren kennen, en ook een hart om Hem lief te hebben en een wil om voor Hem te kiezen. Op al deze drie terreinen moeten we werkzaam zijn om een zo hecht mogelijke band met God te hebben en om Hem te verheerlijken. Ik weet niet hoe het met de lezer gesteld is, maar mijn hart kan zich niet verheugen in wat mijn verstand heeft afgewe- zen. Mijn hart en verstand zijn geschapen om eensgezind samen te werken. Er is nooit van iemand gevraagd om verstandelijk zelfmoord te plegen door op Christus te vertrouwen als Verlosser en Heer.
In de volgende vier hoofdstukken zullen we het bewijsmateriaal eens bekijken betreffende de betrouwbaarheid van de Geschriften en de geloofwaardigheid van het mondelinge getuigenis en de ooggetuigeverslagen omtrent Jezus.
1) The New Encyclopaedia Britannica, Micropaedia Vol. VILL, p. 985. 12 James B. Conant, Science and Common Sense (New Haven: Yale University Press, 1951), p. 25.
2) James B. Conant, Science and Common Sense (New Haven: Yale University Press, 1951), p. 25.
Laatst op een vlucht naar Boston sprak ik met de passagier naast me over de vraag waarom ik persoonlijk geloof dat Christus is wie Hij voorgaf te zijn. Op zijn ronde om de passagiers te begroeten, ving de piloot een gedeelte van ons gesprek op. “U blijft met een probleem zitten”, zei hij. “Wat dan?” vroeg ik. “U kunt het niet wetenschappelijk bewijzen” antwoordde hij. Je staat er verstomd van hoe de manier van denken van de moderne mensheid is afgezakt. Op één of andere manier, nu in de twintigste eeuw, zijn er zoveel die menen dat iets wat je niet wetenschappelijk kunt bewijzen niet waar kan zijn. Nu, dat is niet waar! Het is altijd moeilijk om iets te bewijzen omtrent personen of gebeurtenissen uit de geschiedenis. We moeten het verschil inzien tussen natuurwetenschappelijk bewijs en wat ik juridisch-historisch bewijs zou willen noemen. Ik zal het verschil
tussen die twee uitleggen. Bij natuur-wetenschappelijk bewijs gaat het erom dat men aantoont dat iets een feit is door het voorval te herhalen in tegenwoordigheid van degene die het feit in twijfel trekt. In het vervolg noemen we dit, aansluitend bij het Nederlands spraakgebruik, de wetenschap- pelijke methode. Deze wordt gebruikt in de natuurwetenschappen en in een aantal van de sociale wetenschappen, zoals psychologie en sociologie. Er is een bepaalde omgeving die onder controle staat, waar waarnemingen kunnen worden gedaan en gegevens verkregen en waar aan de hand van ervaring de juistheid van veronderstellingen kan worden nagegaan.
“De wetenschappelijke methode, welke definitie er ook van wordt gegeven, hangt samen met het onderzoek van verschijnselen en proefnemingen of herhaalde waarnemingen”.1 Dr. James B. Conant, voormalig rector van Harvard, schrijft: “Wetenschap is een onderling samenhangende reeks begrippen en begripstelsels die zich ontwikkeld hebben als gevolg van proefneming en waarne- ming, en die vruchtbaar genoeg bleken om verdere proefneming en waarneming te wettigen”.2
Het toetsen van de juistheid van een veronderstelling door middel van gecontroleerde proeven is één van de voornaamste werkwijzen van de moderne wetenschappelijke aanpak. Iemand zegt bij voorbeeld: “Ivoorzeep drijft niet”. Dan neem ik die persoon mee naar de keuken, doe 20 cm water in de gootsteen bij een temperatuur van 82,7° en laat de zeep erin vallen. Plons. Waarnemingen worden gedaan, gegevens worden verkregen en aan de hand van de ervaring wordt de juistheid van een veronderstelling nagegaan: Ivoorzeep drijft.
Wanneer nu de wetenschappelijke methode de enige methode was om iets te bewijzen, zou u niet kunnen bewijzen dat u vanmorgen naar uw eerste college ging of dat u vandaag heeft gegeten. U heeft geen mogelijkheid om deze voorvallen onder gecontroleerde omstandigheden te herhalen.
Nu volgt wat men noemt het juridisch-historische bewijs, waarbij het gaat om aan te tonen dat iets buiten redelijke twijfel echt gebeurd is. Met andere woorden, hoe je iets beoordeelt wordt verkregen op basis van het gewicht van het bewijsmateriaal. Oftewel, er is geen redelijke grond om de conclu- sie in twijfel te trekken. het hangt af van de drie soorten getuigenis: mondelinge getuigenis, schrif- telijke getuigenis en bewijsstukken (zoals een revolver, kogel, notitieboekje). Door met gebruik van de juridische methode vast te stellen wat er is gebeurd, zou u vrijwel zonder redelijke twijfel kun- nen bewijzen dat u vanmorgen op college was: uw vrienden hebben u gezien, u heeft uw aantekeningen, de professor herinnert zich u.
De wetenschappelijke methode kan alleen worden gebruikt om herhaalbare dingen te bewijzen; veel vragen omtrent een persoon of voorval in de geschiedenis kunnen niet aan de hand van deze metho- de bewezen of weerlegd worden. De wetenschappelijke methode is niet geschikt voor het beant- woorden van zulke vragen als: “Heeft George Washington geleefd?” “Was Martin Luther King een strijder voor de burgerrechten?” “Wie was Jezus van Nazareth?” “Was Robert Kennedy Minister van Justitie in de Verenigde Staten?” “Is Jezus Christus opgestaan uit de dood?” Deze vragen lig- gen buiten het bereik van wetenschappelijk bewijs en we moeten ze binnen het bereik van het juri- disch bewijs brengen. Met andere woorden, de wetenschappelijke methode, die gebaseerd is op waarneming, het verzamelen van gegevens, veronderstellingen maken, gevolgtrekkingen en proef- ondervindelijk onderzoek om beproefde wetmatigheden in de natuur te vinden en te verklaren, heeft niet het laatste woord bij zulke vragen als “Kunt u de opstanding bewijzen?” of “Kunt u bewijzen dat Jezus de Zoon van God is?” Wanneer mannen en vrouwen zich verlaten op de juridisch- historische methode, moeten ze de betrouwbaarheid van de getuigenissen controleren.
Iets wat me altijd bijzonder heeft aangesproken is het feit dat het Christelijk geloof geen blind, on- wetend geloof is maar veeleer een geloof waarbij het verstand niet wordt uitgeschakeld. Steeds wanneer in de Bijbel een beroep op iemand wordt gedaan om iets met zijn geloof te gaan doen, is het een geloof waarbij het verstand niet uitgeschakeld wordt. Jezus zei in Johannes 8: “Gij zult de waarheid verstaan”, dus dat wij niet stilzwijgend aan haar voorbij moeten gaan. Men vroeg aan Christus: “Wat is het grootste gebod?” Hij zei: “Om de Heer uw God lief te hebben met geheel uw hart en geheel uw verstand”. De moeilijkheid bij de meeste mensen is dat ze niet verder schijnen te gaan dan hun hart. De feiten omtrent Christus bereiken nooit hun verstand. Ons is verstand gegeven, vernieuwd door de Heilige Geest, om God te leren kennen, en ook een hart om Hem lief te hebben en een wil om voor Hem te kiezen. Op al deze drie terreinen moeten we werkzaam zijn om een zo hecht mogelijke band met God te hebben en om Hem te verheerlijken. Ik weet niet hoe het met de lezer gesteld is, maar mijn hart kan zich niet verheugen in wat mijn verstand heeft afgewe- zen. Mijn hart en verstand zijn geschapen om eensgezind samen te werken. Er is nooit van iemand gevraagd om verstandelijk zelfmoord te plegen door op Christus te vertrouwen als Verlosser en Heer.
In de volgende vier hoofdstukken zullen we het bewijsmateriaal eens bekijken betreffende de betrouwbaarheid van de Geschriften en de geloofwaardigheid van het mondelinge getuigenis en de ooggetuigeverslagen omtrent Jezus.
1) The New Encyclopaedia Britannica, Micropaedia Vol. VILL, p. 985. 12 James B. Conant, Science and Common Sense (New Haven: Yale University Press, 1951), p. 25.
2) James B. Conant, Science and Common Sense (New Haven: Yale University Press, 1951), p. 25.